03-10-2010

FIRST SET TO TRIBUTE TO SURINAME HEROES IN WORLD WAR 2 SURINAAMSE SOLDATEN IN WO2 1940 1945




Suriname in WO2


Er zijn niet veel Nederlanders die het weten, maar Suriname heeft een grote bijdrage geleverd aan de overwinning van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog. Jarenlang was de Amerikaanse oorlogsindustrie voor zijn vliegtuigbouw voor meer dan 60 procent afhankelijk van Surinaamse bauxiet. Bovendien vochten honderden Surinamers mee tegen de Japanners en de Duitsers. De Surinaamse ambassadeur in Nederland vindt dit voldoende reden om Surinamers nauwer bij de Nederlandse herdenkingsplechtigheden te betrekken. "Gezamenlijk herdenken doet recht aan de historische feiten."

"Het enige dat ik mij van de Tweede Wereldoorlog in Suriname kan herinneren is dat ik als jongetje van 5 jaar grote tanks over de zandwegen langs ons huis zag rijden en soms grote Zeppelins zag overkomen. Verder heb ik van de oorlog weinig meegekregen", zegt Evert Azimullah, ambassadeur van Suriname in Nederland. "Pas toen ik opgroeide", vervolgt Azimullah, "en ik meer ging lezen over de Surinaamse geschiedenis, ben ik erachter gekomen dat de rol van Suriname niet zo zijdelings is geweest als ik aanvankelijk dacht. Ik realiseerde mij toen ook dat er ons op school, in het op de Nederlandse leest geschoeide onderwijs, wel erg weinig over die Surinaamse bijdrage is verteld."

De Surinaamse bijdrage aan de strijd van de geallieerden is een ondergeschoven kindje. Niet alleen autochtone Nederlanders, maar ook de Surinaamse gemeenschap in Nederland en in Suriname zelf zijn maar nauwelijks op de hoogte van de betekenis van hun land voor het verloop van de oorlog. Ambassadeur Azimullah heeft daar ook wel begrip voor. "Temidden van het grote oorlogsgeweld valt de rol van het kleine landje Suriname natuurlijk weg, hoe belangrijk, en in veel opzichten ontroerend die rol ook is geweest", zegt hij. "Maar voor een kleine gemeenschap als de Surinaamse gaat het om een belangrijk hoofdstuk uit de geschiedenis."
De ambassadeur houdt elk jaar een toespraak tijdens een oorlogs-herdenkingsplechtigheid van voor-malige werknemers van de KNSM in Amsterdam en merkt dan dat de Surinaamse oud-strijders en nabestaanden het zeer op prijs stellen dat er aandacht wordt besteed aan hun rol in de oorlog. Veel Surinaamse militairen deden tijdens de oorlog op koopvaardijschepen dienst als kanonnier om de vloot te beschermen tegen Japanse lucht- en Duitse torpedo-aanvallen. "Ook jongeren komen dan naar mij toe en zeggen 'Goh, ik wist dit allemaal niet. Er moet meer aandacht aan worden besteed."

Amerikaans legermacht in Suriname

Bauxiet en diep gevoelde loyaliteit aan Nederland zijn de twee sleutelbegrippen waar het bij de Surinaamse oorlogsbijdrage om draait.
De enorme bauxietvoorraden waarover Suriname beschikte, werden vanaf 1939 van groot belang. Bauxiet is de grondstof voor aluminium en Engeland en de Verenigde Staten waren voor hun vliegtuigproductie, die in allerijl opgevoerd moest worden, voor hun bevoorrading grotendeels op de Nederlandse kolonie aangewezen. Tussen 1940 en 1943 leverde Suriname 65 procent van de Amerikaanse behoefte aan bauxiet. Zo belangrijk waren de Surinaamse bauxietmijnen dat Amerika in 1941 een legermacht van 2.000 man in Suriname stationeerde om de mijnen te beschermen. De Amerikanen waren bang voor een inval vanuit het naburige Frans Guyana, dat de zijde van Vichy-Frankrijk had gekozen, of Brazilië, waar veel Duitsers woonden. Zelfs een Duitse invasie vanuit zee, met behulp van duikboten, werd niet uitgesloten.
De strijdmacht van Suriname, de Schutterij, leverde haar eigen bijdrage aan de verdediging van de bauxietmijnen: de troepenmacht groeide van 180 man in 1940 tot ongeveer 5.000 in 1942, onder wie voor het eerst ook Surinaamse vrouwen. Naast deze grotendeels op dienstplicht gebaseerde bijdrage kwam er vanaf mei 1940 echter ook een grote golf van spontane steunbetuiging aan Nederland los.
"De Surinamers waren geschokt door de bezetting van Nederland. Ze voelden die als een inbreuk op hun eigen eer. Ze voelden zich verplicht Nederland en het koningshuis te verdedigen," aldus Azimullah. "Achteraf gezien is die enorme loyaliteit aan het koloniale moederland opmerkelijk te noemen. Maar je moet het natuurlijk in zijn tijd plaatsen. De grote massa van de Surinaamse bevolking wist niet beter dan dat de rood-wit-blauwe vlag en het koningshuis heilig waren. Ik denk trouwens dat de pro-Nederlandse houding die toen bij grote delen van het Surinaamse volk leefde, in 1999 nog steeds bestaat."

Enkele honderden Surinamers meldden zich vrijwillig voor dienst in de Prinses Irene Brigade, een aanbod dat werd afgeslagen, volgens geschiedschrijver Lou de Jong zeer waarschijnlijk omdat de Nederlandse regering in ballingschap niet wilde dat de zwarte Surinamers bij blanke soldaten werden ingedeeld. Pas in de laatste oorlogsjaren werden honderden Surinaamse vrijwilligers ingedeeld bij troepen die tegen de Japanners vochten in Nederlands Indië. Zo'n 200 Surinamers kwamen als 'gunners' op koopvaardijschepen terecht. Tientallen Surinamers sneuvelden. Een aantal van de Surinamers die bij het uitbreken van de oorlog in Nederland waren, sloot zich aan bij het verzet. Van hen is Anton de Kom, die door de Duitsers werd opgepakt en in een concentratiekamp werd gedood, de bekendste. Ook veel joodse Surinamers werden door de Duitsers weggevoerd en vermoord.In de ogen van Azimullah een van de opmerkelijkste bijdragen was de inzamelingsactie voor de aanschaf van een Spitfire. "De Surinaamse bevolking bracht meteen aan het begin van de oorlog 38.000 gulden bijeen, destijds een omvangrijk bedrag, om een vliegtuig te kopen dat zou moeten meevechten voor de bevrijding van Nederland. Dat was voor zo'n kleine bevolking toch een prachtige geste', vindt Azimullah. "Als je bedenkt dat arme mensen die geen financiële bijdrage konden leveren hun aluminium pannen en potten omsmolten, dan geeft dat blijk van een verknochtheid aan Nederland die ronduit ontroerend is te noemen."

Surinamers bij herdenkingen

Azimullah betreurt het dat de Surinaamse bijdrage bij de officiële herdenkingen vaak onderbelicht blijft. "Koningin Wilhelmina heeft destijds haar dank betuigd voor de rol van Suriname en premier Gerbrandy heeft openlijk verklaard dat de geallieerde overwinning mede te danken is aan olie uit de Nederlandse Antillen en de Surinaamse bauxiet. Dat is voor ons van grote betekenis geweest, maar daarna hebben we van Nederland weinig meer vernomen." De ambassadeur vindt dat de herdenkingsplechtigheden op 4 en 5 mei de gelegenheid bij uitstek zijn om de Surinaamse oorlogsbijdrage meer aandacht te geven.

"Wellicht zou het goed zijn Surinaamse vertegenwoordigers bij de herdenkingen uit te nodigen. Hun aanwezigheid heeft een sym-bolische functie en stemt mensen tot nadenken." Om die reden is de ambassadeur ook heel blij met de jaarlijkse deelname van de Surinaamse Oorlogsveteranen aan de kranslegging op de Dam.
"De aanwezigheid van Surinamers bij de herdenkingen draagt ertoe bij dat mensen beseffen dat ook Surinamers een rol hebben gespeeld in de oorlog. Als ze ee Surinaamse vertegenwoordiging zien, maakt dat duidelijk: Suriname was erbij! Een Nederlands-sprekend volk heeft meegevochten onder Nederlandse vlag. Ze wilden niet anders. Daar moeten beide zijden toch ook iets bij voelen. Het is daarom meer in overeenstemming met de historische werkelijkheid als er meer Surinamers bij de herdenkingen in het land aanwezig zijn."

Azimullah maakt hierbij geen onderscheid tussen de Surinamers in Suriname en hun volksgenoten in Nederland. Gezamenlijk herdenken heeft volgens hem vooral in Nederland als bijkomend voordeel dat het de integratie stimuleert.
"Ik denk zeker dat de Surinaamse Nederlanders het op prijs zouden stellen als er meer aandacht wordt besteedt aan de rol van Surinamers in de oorlog en zij erbij worden uitgenodigd. Het kan ook helpen een groter gevoel van verbondenheid tot stand te brengen tussen de Surinamers en de autochtone Nederlanders in deze multiculturele samenleving," zegt Azimullah. "Als we daar gezamenlijk staan, bij de herdenkingen,en andere Nederlanders en Surinamers zien dat, dan kan dat alleen maar een positieve uitwerking hebben op het integratieproces. Nee, ik zie geen enkel negatief element. Een nauwere betrokkenheid van Surinamers bij de herdenkingen zou een schot in de roos zijn."


Bron:
interview met dhr. Evert Azimullah, ambassadeur van Suriname in Nederland, door Jos Havermans, d.d. januari 1999 (dit interview is afgedrukt in Vier Vrijheid, maart 1999)