Moiwana is a Maroon village in the Marowijne district in the east of Suriname.
The village was the scene of the Moiwana massacre on November 29, 1986, during the civil war between the Surinamese military regime, and the Jungle Commando led by Ronnie Brunswijk. The army attacked the village, killing at least 35 of the inhabitants, mostly women and children, and burning the house of Ronnie Brunswijk. The survivors fled with thousands of other inland inhabitants over the Marowijne river to neighbouring French Guiana.
The human rights organisation Moiwana '86 has committed itself to justice with regard to this event.
The government has stated that it is still continuing its investigation of the massacre, but that prospective witnesses had either moved, died or were uncooperative.
The village was the scene of the Moiwana massacre on November 29, 1986, during the civil war between the Surinamese military regime, and the Jungle Commando led by Ronnie Brunswijk. The army attacked the village, killing at least 35 of the inhabitants, mostly women and children, and burning the house of Ronnie Brunswijk. The survivors fled with thousands of other inland inhabitants over the Marowijne river to neighbouring French Guiana.
The human rights organisation Moiwana '86 has committed itself to justice with regard to this event.
The government has stated that it is still continuing its investigation of the massacre, but that prospective witnesses had either moved, died or were uncooperative.
In August 2005, the Inter-American Court of Human Rights ordered Suriname to pay 3 million USD in compensation to 130 survivors of the massacre, and to establish a 1.2 million USD fund for the development of Moiwana.
Moiwana krijgt monument
Henk Hendriks
01-08-2008
Op 29 november 1986 vermoordde het Surinaamse Nationale Leger 39 bewoners van het dorpje Moiwana. De Surinaamse regering voert een uitgebreid herstelprogramma in opdracht van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens. Eén van de eisen is de oprichting van een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
Het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van Moiwanafoto: Henk Hendriks "Ik sta hier niet om uitvoering te geven aan een vonnis, maar als vertegenwoordiger van het hele Surinaamse volk", zegt president Ronald Venetiaan op 31 juli 2008 bij de overdracht van het herdenkingsmonument aan de nabestaanden van Moiwana ‘86. Twee jaar daarvoor had hij in het voetbalstadion van Moengo in soortgelijke bewoordingen al zijn spijt betuigd over wat zich daar had afgespeeld.
Op 29 november 1986 werd het bosnegerdorpje Moiwana in het district Marowijne bijna volledig uitgemoord door een patrouille van het Nationale Leger. De soldaten waren op zoek naar rebellen van Ronnie Brunswijk die vochten tegen Desi Bouterse. 39 mensen, mannen, vrouwen en kinderen vonden de dood. De tactiek van de verschroeide aarde joeg honderden inwoners van het Oost-Surinaamse district naar Frans Guyana, aan de overkant van de Marowijne rivier, waar velen van hen tot nu toe zijn gebleven.
SpookbeeldenNog steeds wordt Suriname achtervolgd door de spookbeelden van de jaren tachtig. Tussen de bizarre incidenten en stagnaties in het 8-Decemberproces, ligt ook de kwestie Moiwana de regering zwaar op de maag. Allereerst in materiële zin. Want niet alleen het voortslepende 8-Decemberproces kost handenvol geld, ook voor de wiedergutmachung van Moiwana ‘86 moet de Surinaamse regering diep in de buidel tasten.
Op 15 juni 2005 besliste het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens (IACHR) dat het leed van de nabestaanden moest worden gerepareerd. Door een individuele schadevergoeding te betalen, het recht op terugkeer naar hun dorp te garanderen met behulp van een ontwikkelingsfonds van 1,2 miljoen US dollar en hen zogeheten grondenrechten toe te kennen.
Verder werd een onderzoek gelast naar de ware toedracht van het bloedbad op 29 november 1986 en dienden de nabestaanden te beschikken over de stoffelijke resten van hun geliefden. Tenslotte besliste het IACHR dat de Surinaamse regering in het openbaar haar spijt betuigt en voor de nabestaanden een standbeeld opricht dat tegemoet komt aan de wens om alle slachtoffers te gedenken en tevens een waarschuwing is voor komende generaties.
MonumentOp 31 juli 2008 is dit laatste onderdeel van het vonnis uitgevoerd. Langs de weg tussen Moengo en Albina, niet ver van het oorspronkelijke Moiwana is door de Surinaamse beeldhouwer Marcel Pinas voor een bedrag van 160.000 US $ een indrukwekkend monument gebouwd. Centraal staat een obelisk-achtige zuil met een afaka-teken, een van oorsprong Afrikaans geschrift. Rond de zuil staan 39 verschillende blokken. Kleine blokken voor de vermoorde baby's en kinderen, hoge zuilachtige blokken voor de volwassenen. Elk blok draagt de naam van een slachtoffer: Ajintoena, Misidjan...etc.
Onthulling plakkaat Moiwana Monumentfoto: Henk HendriksPresident Ronald Venetiaan is het monument hoogstpersoonlijk komen overdragen aan de bewoners. Hij werd daarbij vergezeld door minister Michel Felisie van Regionale Ontwikkeling, a.i minister van Justitie Kandhai en Ronnie Brunswijk, de fractievoorzitter van de A-combinatie in de Nationale Assemblee. Aan de overkant van de weg zijn al woningen te zien van het nieuwe Moiwana, maar de wederopbouw gaat uiterst traag.
GevaarAndré Ajintoena, de voorzitter van het comité nabestaanden Moiwana '86 windt er dan ook geen doekjes om. "De terugkeer van de nabestaanden loopt gevaar", zegt hij. "Er zijn onvoldoende voorzieningen." Het gemeenschapsfonds komt voornamelijk ten goede aan de woningbouw en is nu voor een kwart besteed. "Hopelijk voor U zijn alle doelstellingen over twee jaar gerealiseerd", zegt Ajintoena dreigend tegen president Venetiaan. "Want dan zijn er verkiezingen."Het antwoord van Kandhai geeft niet veel vertrouwen: Voor de overige punten op het wensenlijstje van het Inter-Amerikaanse Hof zijn er commissies en werkgroepen ingesteld, ‘wordt onderzoek gedaan' en is de regering hard bezig om ‘oplossingen te zoeken'.
CollectiviteitFelisie houdt de nabestaanden voor dat er alleen uitvoering aan de grondenrechtenkwestie kan worden gegeven als er sprake is van een nieuwe collectiviteit van Moiwana bewoners. "Grondenrechten zijn collectieve rechten." Maar de bewoners kijken liever de kat uit de boom tot Moiwana bewoonbaar is. En zolang ze er niet wonen, is er dus ook geen sprake van collectiviteit. Men kan zich bovendien afvragen of vestiging in Moiwana hun ultieme doel is.
Binnenlandbewoners zullen altijd een woning aanhouden in hun geboortedorp. Maar dat is dan niet direct hun vaste woon- of verblijfplaats. Toch zijn de vijf onafgebouwde woningen aan de overkant van de weg voorlopig het enige zichtbare bewijs van hun collectiviteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten