De Nederlandse Taalunie is een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van het Nederlands. De belangrijkste werkterreinen zijn: de Nederlandse taal zelf, het Nederlands in digitale toepassingen, onderwijs in en van het Nederlands, literatuur en leesbevordering, en de positie van het Nederlands in Europa en in de wereld.
Een taal, drie landen
Het Nederlands is de moedertaal van zestien miljoen Nederlanders en zes miljoen Vlamingen. Nederland en Vlaanderen ontwikkelen al sinds 1980 een gemeenschappelijk beleid voor het Nederlands. Deze samenwerking is, na een lange voorgeschiedenis, vastgelegd in het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie. Voor veel Surinamers is het Nederlands de moedertaal of de tweede taal. Het is de officiële taal in het onderwijs en bij de overheid. Daarom is Suriname sinds 2004 geassocieerd lid van de Taalunie. In 2007 is een raamwerkovereenkomst voor samenwerking gesloten met de Nederlandse Antillen. Samen investeren we in de toekomst van onze taal. Gezamenlijke inspanningen zijn immers efficiënter.
Nederlands zonder drempels
Zo weinig mogelijk drempels voor gebruikers van de Nederlandse taal is de missie van de Taalunie. Daarmee wordt bedoeld: we willen elke taalgebruiker steunen om het Nederlands te hanteren voor alles waar een taal voor kan dienen, met respect voor ieders eigen manier van spreken en schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten